-
1 there was a fringe of trees round the pond
English-Dutch dictionary > there was a fringe of trees round the pond
-
2 fringe
n. franje; rand, (buiten)kant, periferie; kwast--------v. versieren, met franjes versieren; omzomen met bloem/grasperken; gebruikt als buitenkant, omzomingfringe1[ frindzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 franje2 rand ⇒ (buiten)kant, periferie♦voorbeelden:→ lunatic lunatic/————————fringe2〈 werkwoord〉2 omzomen♦voorbeelden:2 a pond fringed with rosebeds • een vijver door rozenperken omzoomd/omgeven
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский